hoofdfoto

hoofdfoto

28 augustus 2015

Nieuw brocant hoekje

Soms krijgt je ineens van allemaal lieve mensen prachtige mooie brocante spulletjes. Spulletjes die soms al heel lang op zolder liggen, maar als mensen mijn blog lezen en zien wat ik met mijn brocante doe, begint het ineens weer te leven en komen de spulletjes van zolder en wat vind ik het dan ontzettend leuk, dat mensen mij hun lang bewaarde familieschatten gunnen.

Zo kreeg ik onlangs van de ouders van een collegaatje deze mooie oude Krups weegschaal. De weegschaal werd vroeger gebruikt door de pake en beppe van mijn collega in de groentenzaak. Pake Marten ging de boer op met de kar en beppe bediende de klanten die aan huis kwamen en woog de groenten op deze mooie weegschaal. Volgens de familie is de weegschaal zeker 80 jaar oud. Ik vermoed misschien nog wel ouder en des te mooier dat de weegschaal zo lang door de familie bewaard is gebleven. Wat ik nou zo leuk vind, is het verhaal erachter, te weten waar het vandaan komt. Ik zie die hardwerkende mensjes zo voor me, het verhaal lijkt op dat van de pake en beppe van mijn moeder en dat vind ik mooi. Oude beelden komen weer tot leven. Dank jullie wel, lieve Tabe en Afke de Vries en natuurlijk mijn collega Aaltje, omdat ze haar ouders attent heeft gemaakt op mijn hobby. De weegschaal heeft bij mij een mooi plekje gekregen.



De weegschaal hangt nu boven de oude DE koffiemolen van mijn opa en oma de Boer. En in datzelfde leuke hoekje hangen nu oude houtjes, maatje 29, die ik onlangs van mijn tante Els heb gekregen.


In datzelfde hoekje staat nu ook de oude Waling Dijkstra tabaksdoos van mijn overgrootvader, pake Harmen, waarin nog een oud puzzeltje zit, waarvan mijn tante Els zich nog heel goed kan herinneren dat ze dat vroeger bij pake en beppe thuis aan tafel zat te maken. Zie je het plaatje ook voor je?



En naast de oude tabaksdoos staat mijn nieuwste vondst. Eindelijk heb ik een leuk vliegenkastje gevonden. Niet te groot, lief, en nog in onbeschadigde staat en onbehandeld. Helemaal blij mee en gevonden bij Saarbrocante in Hattem. Naar Saar gaan blijft een feestje, het is er zo gezellig en ik kom er nooit met lege handen vandaan en de smaak van Saar komt dicht in de buurt van die van mij.


In het vliegenkastje de oude rood gestreepte keukendoeken uit de winkel van mijn opa en oma Koel. Mijn oude zilveren kinderbestekje en een paar leuke kommetjes van Porcelaine Limoges, die ik vorig jaar in Frankrijk op een marktje heb gevonden en een lief bordje met bloemetjes waar ik onlangs tegenaan liep bij Emmaus.



Het bordje is van Le Moulin des Loups Hamage, type Bourgogne, een servieslijn uit de jaren 30 van de vorige eeuw. Ik houd zo van al die lieve bloemetjes.


En zo hebben we weer een leuk hoekje. Een aantal items gekocht, een aantal dingen gekregen et voilá. Wat voor de één soms oude troep is, of spullen waarvan mensen denken: "ik heb het al zo lang, wat moet ik er toch mee", kan voor een een ander weer waardevol zijn. Er zijn zelf mensen die die soort spullen verzamelen, ha, ha en dat noemen ze nu brocante ... Gelukkig ben ik besmet met het virus, het voelt een beetje als schat zoeken en dat vind ik zo leuk!

Groetjes Agnes

09 augustus 2015

Brocante Fratsen in Kenia

Wij zijn deze zomer op vakantie geweest naar Kenia. Waarom Kenia, zul je je misschien afvragen? Kenia, omdat mijn oude jeugdvriendinnetje daar directrice is van 3 weeshuizen, omdat we heel graag een keer op safari wilden, omdat we 25 jaar getrouwd waren en omdat onze oudste zoon na de zomer het ouderlijk huis gaat verlaten om te gaan studeren. Allemaal redenen om na 25 jaar gekampeerd te hebben eens uit de band te springen.


Ik zal jullie gelijk uit de droom helpen, in Kenia is geen brocante. Of eigenlijk, misschien ademt Kenia juist wel brocante, want alles is oud. De wegen, de auto's, de gebruiksartikelen, de marktkramen, de gebouwen ... In Kenia is geen plaats voor brocante als luxeartikel. Als je in Kenia bent, ga je je zelfs afvragen waarom je eigenlijk brocante verzamelt. In Nederland stylen wij ons huis, ons huis moet een thuis zijn, moet bij ons passen, is een verlengstuk van onszelf. In Kenia ben je blij als je een huis hebt. Een huis kan variëren van een mooie woning in Swahili stijl, (zoals ons hotel) een huisje van steen met een dak van golfplaten of bananenbladeren, of een huis gemaakt van takken omkleed met leem en een dak van bananenbladeren, eigenlijk zie je alleen in de steden kantoren en appartementgebouwen.


Ons hotel in Malindi, hotel Driftwood.


Dit is op het platteland in de omgeving van Malindi. Deze jongen hebben we ontmoet toen we met mijn vriendin en andere medewerkers van Blessed Generation op outreach waren. Dit jongetje woont hier samen met zijn tweelingbroertje, die een zeer ernstige huidziekte heeft en hun moeder. De moeder is er meestal niet omdat ze werkzoekende is. De vader is op jonge leeftijd overleden en de oudste broer heeft zijn opleiding in het weeshuis van Blessed Generation afgerond en studeert nu in Nairobie en komt alleen in de vakanties thuis. De oudste zoon wil "constructionworker" worden en dat dit gezin nog zo'n mooi huis heeft, komt omdat de oudste zoon daar aanleg voor heeft en dit huis zelf heeft kunnen bouwen. Ze hebben een paar duiven en zelfs daar heeft hij een eigen onderkomen voor gebouwd.


Als je op outreach bent, dus met de mensen van Blessed Generation gaat kijken wat de effecten zijn van de hulpprogramma's, nl. educatie, medicatie, voedsel, micro kredieten en opvang van weeskinderen, dan word je toch wel geconfronteerd met dat wat wij in Nederland als normaal beschouwen. Dan ga je je wel afvragen of een hobby als brocante niet een beetje gek is? Als je dan aan het eind van de dag terugkeert naar je hotel, een duik neemt in het zwembad en later geniet van een lekkere maaltijd, voel je je wel eens bezwaard. Aan de andere kant, ik denk oprecht dat veel mensen in Kenia gelukkig zijn, ze hebben misschien niet veel, verdienen zeker niet veel, maar het is het enige leven dat ze kennen. Slechts 20% van de bevolking in Kenia heeft elektriciteit en water moet op het platteland vaak nog van ver gehaald worden. Maar een Keniaanse vrouw vertelde mij, "het leven in Kenia is inderdaad soms hard, maar de Kenianen tillen daar niet zo zwaar aan" en die opmerking is mij bijgebleven en gaf mij rust om me neer te kunnen leggen bij het grote verschil in levensstandaard en leerde mij respect te hebben voor de manier waarop de Kenianen leven en daar trots op zijn.


In een stad als Malindi zie je af en toe winkeltjes, maar dit zijn dan winkeltjes en bedrijven die veelal bezocht worden door toeristen en door de naar Kenia gemigreerde Engelse en Italiaanse bevolking. Soms zijn de winkeltjes aan de buitenkant niet eens als winkel herkenbaar en pas sinds kort is er in Malindi een echte grote supermarkt gekomen. De lokale bevolking leeft voornamelijk op straat en koopt op de markt de benodigde levensmiddelen en goederen.




Dit is de lokale groentemarkt.


En de kledingmarkt, veelal ook tweedehands.


De werkplaats van een echte ambachtsman, de naaimachine staat voor het pand, lekker in de schaduw, zichtbaar voor iedereen.


Dit is eigenlijk één van de weinige romantische plaatjes die ik in Malindi heb kunnen schieten. Het meeste wat in Kenia te koop is, is nuttig of noodzakelijk. Dat geldt ook voor de meeste van deze goederen, maar deze foto voldoet voor ons toeristen, toch vooral aan het romantische beeld dat we van Afrika hebben.


Probeer het maar eens, zoveel eieren heelhuids thuiskrijgen

Personenvervoer vindt in Kenia plaats door middel van oude auto's met veelal versleten banden, motobikes, tuk-tuks en kleine lijnbussen volgepropt met reizigers, waarbij de bagage, matrassen, jerrycans etc. echt nog bovenop het dak worden meegenomen. Op het platteland zie je langs de wegen en in de velden veel mensen lopen, naar het werk of naar school. Vaak zelfs hele kleine kindertjes, zomaar langs de grote weg. Af en toe zie je iemand op een fiets, dit zijn echt vooroorlogse rijwielen, maar in Kenia betekent dit een enorme luxe. Iedereen rijdt met open ramen, airco's doen het niet, of in ieder geval, ze worden niet gebruikt. De wegen zijn ronduit brocante. De weinige asfaltwegen (highway's) die er zijn, zijn tweebaans, zitten vol gaten en zijn overbelast door zwaar vrachtverkeer. Verkeersborden heb ik bijna niet gezien, stoplichten alleen in Mombassa. De reguliere wegen zijn zandpaden met veelal enorme kuilen. In de droge periodes zijn ze redelijk begaanbaar, al word je de hele rit door elkaar geklotst, maar in het regenseizoen, of na een flinke bui, staan de kuilen vol water en is het één grote blubberzooi en kunnen de wegen soms niet eens gebruikt worden. Goede degelijke auto's zijn in bezit van de gemigreerde bevolking en beroepschauffeurs.


In de stad Malindi


Motobikes (motortaxi's)


De tuk-tuk (taxi)

In een badplaats als Malindi leeft de bevolking voornamelijk van het toerisme. Door de recente aanslagen in Kenia is het toerisme ingestort, met als gevolg dat veel hotels gesloten zijn of op halve kracht draaien. Veel Kenianen zitten zonder werk en de weinige toeristen die nog komen, worden belaagd door Kenianen die op wat voor manier dan ook iets aan je willen verdienen. Voor ons betekende dit dat wij ons niet echt vrij voelden om zelfstandig Malindi in te gaan en dit hebben we dan ook niet veel gedaan en dat is jammer. Onveilig voelden we ons niet zo zeer in Kenia, maar het is wel confronterend dat bij ieder hotel gewapende bewaking staat, dat je auto met spiegels aan de onderzijde wordt gecheckt, dat op doorgaande wegen veel politiecontroles zijn, met serieuze spijkermatten en dat je eerst door poortjes moet voordat je de Nakumatt (supermarkt) in mag ....

Dit jaar dus geen brocante op vakantie en dat is misschien jammer, maar Kenia bood ons een totaal andere vakantie dan normaal, waarvan absoluut geen spijt. Wat een prachtig land, wat een prachtige natuur en wat een lieve mensen. Het is leuk om met de Kenianen in gesprek te raken over Nederland, maar vooral ook als ze over hun eigen land en cultuur vertellen. Dergelijke gesprekken heb ik in Frankrijk nog nooit gevoerd.



Dan onze safari, wat een ervaring! Wij zijn van Malindi naar Tsavo East gereden, hebben daar overnacht en zijn de volgende dag, door Masai land naar Amboseli gereisd, waar we een nacht overnacht hebben in een prachtig Kibo Kamp.  De volgende dag reden we van Amboseli, langs de grens met Tanzania, terug naar Malindi.Wat hebben we veel gezien, de Masai bijvoorbeeld, bijzonder hoor om deze trotse mensen te kunnen zien. En dan de voortdurend wisselende natuur, van open velden, tot palmbomen, van strand, tot bush, van mega sisalplantages tot mango- en kokosnootbomen. We hebben hebben genoten van de vele dieren die we hebben gespot, maar ook van het uitzicht op Mount Kilimanjaro in het vroege ochtendlicht. Verkijk je alleen niet op de afstand, wij Nederlanders draaien onze hand niet om voor twee of driehonderd kilometer, maar met de infrastructuur in Kenia, betekent dit dat je zomaar een hele dag onderweg bent en dat op zeer slechte wegen. Maar een safari kan ik iedereen kan aanbevelen, wat een ervaring, het staat voor altijd op mijn netvlies.







Veel mensen hebben ook op de FaceBook pagina van Blessed Generation onze belevenissen gevolgd. Wat waren we onder de indruk van het werk van Blessed Generation, van alle medewerkers die zich met hart en ziel inzetten om de kinderen een goede toekomst te bieden. We hebben een deel van het werk van de stichting ter plekke kunnen zien. Bijvoorbeeld van de stiefoma die met de kleinkinderen van haar man een bedrijf op heeft weten te bouwen. Na het verkrijgen van een micro-krediet, waren ze in staat kippen te kopen,  met de de opbrengst van de kuikens waren ze in staat geiten te kopen en van de opbrengst van de geitjes hebben ze inmiddels één koe kunnen kopen, die direct vol trots van het weiland werd gehaald. Daarnaast heeft de familie inmiddels 70 kuipstoeltjes in bezit die verhuurd worden bij begrafenissen of trouwerijen. Het doel is 100 stoelen. De kinderen volgen overdag onderwijs op het weeshuis en helpen daarnaast mee op het land en met het vee. Van deze familie kan ik met zekerheid zeggen, dat ze een goede toekomst tegemoet gaan.





Wat we me het meest is bijgebleven van de bezoeken aan het weeshuis in Malindi, is dat kinderen die wees zijn, toch nog zo blij kunnen zijn. Zo trots dat ze naar school gaan, ze zien niet op tegen examens, nee, ze hebben hard gewerkt en zijn daarom vol vertrouwen en willen dat graag aan hun docenten laten zien. De meeste kinderen hebben serieuze ambities en weten al jong wat ze later willen worden. De liefde die we hebben mogen ervaren in het weeshuis, zal ik niet gauw vergeten, die draag ik voor altijd mee.



Geniet mee van de verhalen en foto's, misschien kan ik hiermee de sfeer van deze bijzondere vakantie een beetje overbrengen.

Groeten Agnes